Zorgbeleid

1. Zorgvisie

Het zorgbeleid is een zaak van alle leden van het schoolteam. De directeur en de zorgcoördinator bouwen het zorgbeleid uit samen met het lerarenteam aan de hand van het zorgcontinuüm.

 Het zorgcontinuüm begint bij het leggen van een brede basiszorg (fase 0). Hierbij staat de leerkracht centraal, voor wie het welbevinden van de leerling voorop staat. De leerkracht is de deskundige voor zijn of haar leerlingen in de klas. Hierbij zijn de uitgangspunten van het handelingsgericht werken belangrijke handvaten om in te spelen op de noden van elke leerling binnen hun eigen ontwikkeling. We willen werken aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van ieder kind om hen op die manier maximale ontplooiingskansen te bieden. Er wordt gebruik gemaakt van duidelijke afspraken en regels, observaties, verschillende overlegmomenten (ouderavond, klassenraad, leerkrachtoverleg en overgangsoverleg), genormeerde toetsen, opvolging d.m.v. het digitaal leerlingvolgsysteem, de leerplandoelen als leidraad, verschillende coöperatieve werkvormen, het portfolio ter evaluatie en differentiatie/remediëring binnen de klas. De leerkracht krijgt zelf ook de kans om zich te ontplooien aan de hand van nascholingen en door gebruik te maken van de orthotheek. Het ontwikkelingsplan op vlak van het pedagogisch beleid dat hierrond wordt opgesteld, wordt mee bewaakt door de zorgcoördinator en de directie.

 De leerkracht kan steeds intern begeleid worden in de zorg voor de leerlingen. Bij de verhoogde zorg (fase 1) zal de zorgcoördinator/directie de leerkrachten coachen als de brede basiszorg onvoldoende blijkt te zijn voor de leerling. Hiervoor worden er gesprekken ingepland zoals het ouder- en leerlingenoverleg. Daarnaast worden er SES-uren ingericht waarbij de leerkrachten elkaar in de klas kunnen ondersteunen. In samenspraak kunnen er dan ook REDICODIS-maatregelen opgesteld worden.

 De zorg voor de leerlingen kan ook uitgebreid worden (fase 2). Bij het werk van de klasleerkracht en de zorg voor zijn/haar leerlingen kan er hulp ingeroepen worden van externen, het ondersteuningsteam en het CLB. Er wordt drie keer per jaar een MDO (multidisciplinair overleg) ingepland om met alle partijen de samenwerking op elkaar af te stemmen om elke leerling optimaal te kunnen ondersteunen waar nodig.

 Wanneer we met alle partijen merken dat de leerling meer gebaat zou zijn met onderwijs op maat (fase 3) wordt er een IAC (individueel aangepast curriculum) opgesteld door de zorgcoördinator en het CLB. Op basis van dit IAC zal de leerling een individueel aangepast traject volgen binnen het gewoon- of het buitengewoon onderwijs.

2.   Zorgbeleid

A.   Uitgangspunten van handelingsgericht werken

Onderwijsbehoeften staan centraal

Elke leerling is verschillend en heeft dus eigen onderwijsbehoeften. De leerkracht zal deze als aanknopingspunt gebruiken om zijn handelen te concretiseren. Dit vormt de basis voor een goede preventieve basiszorg.  

Het gaat om afstemming en wisselwerking

Er is sprake van een wederzijdse beïnvloeding tussen leerkracht, leerling en ouders. Het is belangrijk dat de aanpak van de leerkracht steeds geëvalueerd en aangepast wordt en zodus goed afgestemd wordt op de leerling.

De leerkracht doet ertoe

De rol van de leerkracht is enorm belangrijk. De leerkracht heeft een cruciale bijdrage aan de positieve ontwikkeling van de leerlingen. Hij/zij zal streven naar een positief effect op zowel leerprestaties als het sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen.

Positiviteit

We starten steeds vanuit de talenten van de leerlingen en benaderen de leerlingen steeds op een positieve manier. We nemen de talenten als basis en gaan deze zoveel mogelijk inzetten het welbevinden en het leren te stimuleren.

We werken constructief samen

Het is noodzakelijk dat er steeds samen gestreefd wordt naar een gemeenschappelijk doel. De leerkrachten van de school, de ouders en vooral de leerlingen gaan samen aan de slag.

Ons handelen is doelgericht

We gaan steeds aan de slag met een doel voor ogen. Dit doel kan een doel voor de hele klas zijn, voor een individuele leerling, voor een groepje leerlingen,… De doelen helpen ons om onze aanpak beter te kunnen evalueren. De doelen worden zoveel mogelijk SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden) opgesteld.

De werkwijze is systematisch en transparant

Het hele team staat achter de visie van de school. Er zijn duidelijk afspraken wat er van wie verwacht wordt en hoe we onze werkwijze kunnen bewaken.

B.    Zorgcontinuüm

Fase 0: Brede basiszorg

De school stimuleert de ontwikkeling van alle leerlingen en tracht problemen te voorkomen door een krachtige leeromgeving te bieden, de leerlingen systematisch op te volgen en actief te werken aan het verminderen van risicofactoren en aan het versterken van beschermende factoren.

Fase 1: Verhoogde zorg

Er wordt door de school extra zorg voorzien onder de vorm van remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen (REDICODIS), afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen en voorafgaand aan de fase van de uitbreiding van zorg.

Remediëren (RE) = maatregelen waarbij de school effectieve vormen van aangepaste leerhulp verstrekt binnen het gemeenschappelijk curriculum.

Differentiëren (DI) = maatregelen waarbij de school, binnen het gemeenschappelijk curriculum, een beperkte variatie aanbrengt in het onderwijsleerproces om beter tegemoet te komen aan de behoefte van individuele leerlingen of groepen van leerlingen.

Compenseren (CO) = maatregelen waarbij de school orthopedagogische of orthodidactische hulpmiddelen aanbiedt, waaronder technische hulpmiddelen, waardoor de doelen van het gemeenschappelijk of de doelen die na dispensatie voor de leerlingen bepaald zijn, bereikt kunnen worden.

Dispenseren (DIS) = maatregelen waarbij de school doelen toevoegt aan het gemeenschappelijk curriculum en die, waar mogelijk, vervangt door gelijkwaardige doelen, in die mate dat ofwel de doelen voor de studiebekrachtiging in functie van de finaliteit voor het onderwijsniveau ofwel de doelen voor het doorstromen naar het beoogde vervolgonderwijs, nog in voldoende mate bereikt kunnen worden.

Fase 2: Uitbreiding van zorg

De school zet de maatregelen uit de fase van verhoogde zorg onverkort verder en het CLB start een proces van handelingsgerichte diagnostiek op samen met de zorgcoördinator. Het CLB richt zich op een uitgebreide analyse van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling, van de leerkracht(en) en van de ouders. Deze behoeften worden in kaart gebracht met oog op het formuleren van adviezen voor het optimaliseren van het proces van afstemming van het onderwijs- en opvoedingsaanbod op de zorgvraag van de leerling.

Fase 3: Individueel aangepast curriculum (IAC)

Als blijkt dat de aanpassingen om een leerling binnen een gemeenschappelijk curriculum mee te nemen ofwel disproportioneel ofwel onvoldoende zijn, kan aan een individueel aangepast traject worden gedacht (eventueel in een school voor buitengewoon onderwijs).

C.    Organisatie

Overlegstructuren

Leerkrachtoverleg

De klasleerkracht kan de hulp inschakelen van de zorgcoördinator bij zijn of haar werk in de klas. Tijdens het overleg wordt bekeken hoe de zorgcoördinator de leerkracht kan ondersteunen (bv. klasmanagement, tips en trics,…).

Overgangsoverleg

Op het einde van het schooljaar wordt er een overleg ingepland met de leerkracht en de vervolgleerkracht van het volgende leerjaar. Alle leerlingen worden overlopen en belangrijke zaken worden doorgegeven.

Klassenraad

De schoolverlaters worden besproken tijdens een overleg met de leerkrachten van de Pientere Professors, het CLB, de zorgcoördinator en de directie. Tijdens het overleg worden alle leerlingen overlopen en wordt er bepaald welke leerlingen een getuigschrift en welke een attest zullen ontvangen op het einde van de basisschool i.f.v. de overstap naar het secundair onderwijs. Voorafgaand aan de klassenraad wordt er een MDO voor schoolverlaters ingepland zodat de overstap naar het secundair besproken kan worden met de ouders, de leerkracht, het clb, de zorgcoördinator en de directie.

Leerlingenoverleg

Tijdens het leerlingenoverleg kunnen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften besproken worden. De leerkracht kan hiervoor een overleg aanvragen met de zorgcoördinator.

MDO

Indien de genomen acties bij de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontoereikend blijken, kan er een MDO ingepland worden. Het multidisciplinair overleg wordt georganiseerd met de ouders, de leerkracht, het clb, de zorgcoördinator en/of de directie.

 

Zorgmaatregelen

Brede basiszorg

Positieve bekrachtiging

Activerende directe instructie (klassikaal, in groep, individueel)

Werken in niveaugroepen

Concreet-schematisch-abstract te werk gaan

Gebruik maken van ondersteuningsmateriaal (bv. MAB-materiaal) 

Visualisatie ter ondersteuning van het auditieve

Verhoogde zorg

Wanneer de zorgmaatregelen op basisniveau niet voldoende zijn om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van een leerling wordt er in samenspraak bekeken welke specifieke maatregelen ingezet kunnen worden om de leerling zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen. Deze worden door de zorgcoördinator in het dossier van de leerling geplaatst. Er wordt ook telkens een kopie voorzien om in het portfolio te steken.

Zorg op klasniveau

Leerlingvolgsysteem

Op school hanteren we een digitaal leerlingvolgsysteem waar er voor elke leerling een dossier wordt opgesteld. Op deze manier kan elke leerling goed opgevolgd worden.

Toetsen

Toeters

Bij deze toets gaan we de voorbereidende leervaardigheden na bij kleuters en peilen we of er bij de overgang naar de basisschool eventueel problemen kunnen verwacht worden. Deze toets kadert binnen het geheel van vroegtijdige kleuterbegeleiding. Dat betekent dat er niet uitsluitend op basis van de scores van deze toets uitspraken gedaan kunnen worden over het mogelijk functioneren van het kind in de basisschool.

Kontrabas

De kontrabas is een toets die afgenomen wordt bij kleuters bij wie al de toeter-test afgenomen werd en hier minder goed op gescoord heeft. Deze test is dus een hertesting en gaat eveneens de leervaardigheden na en peilt of er bij de overgang naar de basisschool eventueel problemen kunnen verwacht worden. De moeilijkheidsgraad van kontrabas ligt iets hoger in vergelijking met toeters. 

Salto

Dit screeningsinstrument meet de schoolse taalvaardigheid van leerlingen die in de basisschool starten.  De toets wordt afgenomen door de leerkracht in het begin van het schooljaar (september-oktober). Het gaat na of leerlingen voldoende taalvaardig zijn in het Nederlands om eenvoudige instructies, vragen en mededelingen over het schoolgebeuren te begrijpen. De opdrachten zijn opgebouwd rond realistische en concrete situaties waarin de leerlingen de schooltaal moeten begrijpen.

LVS wiskunde

Deze toets wordt afgenomen in het begin, midden en einde van elk schooljaar (uitgezonderd bij de start van de basisschool). De verschillende aspecten van het rekenen worden in kaart gebracht. Na elke afname kan er een analyse gedaan worden om te bekijken welke zaken beheerst/niet beheerst zijn. Hierna kunnen er actiepunten opgesteld worden op vlak van wiskunde.

Controledictees

Om de integratie van de spellingstrategieën in het langetermijngeheugen van de leerlingen na te gaan, biedt de spellingmethode vijf keer per jaar een controledictee. Na elk controledictee kan de leerkracht de dictees analyseren. Zo kunnen leerlingen bijgewerkt worden of net extra uitgedaagd worden in spellingonderwijs.

AVI-niveaus

Het leren lezen van kinderen begint met een goede technische leesvaardigheid. In het midden en op het einde van elk leerjaar wordt er een klassikale toets afgenomen om het AVI-niveau in kaart te brengen. Wanneer we merken dat het technisch lezen moeizamer verloopt, wordt er nog een individuele toets afgenomen door de zorgcoördinator.

Zorgteam

Op school wordt er gewerkt met een zorgteam dat bestaat uit de zorgcoördinator en twee leerkrachten uit het schoolteam. Het zorgbeleid wordt gedragen door het zorgteam in samenspraak met de leerkrachten en de directie. In het zorgteam gebeurt de coördinatie van zorginitiatieven op schoolniveau.

 

Samenwerking met het CLB

Het centrum voor leerlingenbegeleiding biedt informatie, hulp en begeleiding op vraag van de leerlingen, de ouders en de school vanuit een onafhankelijke positie. Om het welbevinden van leerlingen te bevorderen doorheen hun schoolloopbaan is  het belangrijk om multidisciplinair te werken. Het gaat er om om de leerlingen zich goed te laten voelen zodat hij/zij kennis en vaardigheden in de beste omstandigheden kan ontwikkelen. Het CLB handelt steeds discreet met respect voor de privacy en volgens de regels van het beroepsgeheim. Er wordt steeds vraaggestuurd gewerkt. De CLB-artsen en verpleegkundigen zorgen voor de medische onderzoeken en vaccinaties. Deze onderzoeken zijn verplicht net als de begeleiding van leerlingen die problematisch afwezig zijn op school.

 

Taken van de zorgcoördinator

Schoolniveau

De zorgleerkracht moet ontwikkelen, ondersteunen, begeleiden en coördineren van initiatieven die resulteren in een meer gestroomlijnd pedagogisch didactisch beleid en een optimale leercultuur in de school. Op vlak van beleid betekent dit het ontwikkelen van een pedagosch-didactisch beleid vanuit een door het schoolteam gedragen visie. Op vlak van planmatig werken wordt er een leerlingvolgsysteem uitgebouwd in functie van de schoolloopbaanbegeleiding en wordt de interne kwaliteitszorg bewaakt bij het uittekenen en realiseren van onderwijs op maat. Op vlak van overleg wordt er geparticipeerd binnen het schoolgebeuren, is de zorgcoördinator het aanspreekpunt in de school, wordt er een samenwerking tussen schoolexterne participanten bewerkstelligd en kan er formeel en structureel overleg georganiseerd worden. De zorgcoördinator verhoogt de handelingsbekwaamheid door middel van het zoeken naar informatie en documentatie. Hiernaast wordt er aan de eigen ontwikkeling gewerkt door middel van professionalisering.

 

Leerkrachtenniveau

De zorgcoördinator gaat collegiaal coachen en het handelen van de leerkrachten ondersteunen. Hiervoor wordt er overleg ingepland om constructief met anderen aan een gemeenschappelijk doel te werken en de handelingsbekwaamheid te verhogen door ondersteuning te geven in het omgaan met diversiteit.

 

Leerlingenniveau

De zorgcoördinator zal de leerlingenbegeleiding coördineren en ondersteunen. Er wordt ondersteuning geboden voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.

 

Contactgegevens:

Sanne Wubben

zorg@de4sprong-3d.be